Ik blog nooit in opdracht, maar wel op verzoek. De meeste boeken die ik hier bespreek heb ik met zo'n verzoek gekregen van de uitgevers. Dat betekent niet dat
zij -of wie dan ook- enige invloed kunnen uitoefenen op de inhoud van dit blog. Ik blog gewoon zoals ik er zelf over denk.

Reacties? Graag! Ik stel het zeker op prijs als mensen de moeite nemen om te reageren.
Heb jij ook een weblog over boeken? Ik ben nieuwsgierig, dus laat gerust een linkje achter in jouw reactie.


maandag 30 december 2013

Tergend onleesbaar en poëtisch mooi

João Ricardo Pedro - Jouw gezicht zal het laatste zijn
Genre: roman
Publicatiedatum Nederland: oktober 2013
Uitgever: Signatuur



Samenvatting:
Augusto Mendes is een welgestelde dokter, die tijdens de dictatuur van Salazar de stad verlaat om in een ver en afgelegen dorp te gaan wonen, niemand weet waarom. 
Zijn zoon Antonio Mendes komt getraumatiseerd terug van de oorlog in Angola, waar hij twee keer naar toe is gestuurd.
Dan komt diens zoon Duarte Mendes, de eigenlijke hoofdpersoon, een begenadigd pianist / die de muziek helemaal de rug toekeert. Hij beseft dat ook hij is aangeraakt door deze beladen familiegeschiedenis, en dat hij degene is die het een plek moet geven. 


Tot zover de flaptekst, maar dan...
Zelden bracht een boek bij mij zoveel tegenstrijdige gevoelens teweeg. Het boek is vreselijk en het is geweldig. Het is tergend onleesbaar en het is poëtisch mooi.
Ik heb het regelmatig als onleesbaar weggelegd, om het dan later toch maar weer ter hand te nemen. Uiteindelijk ben ik het opnieuw gaan lezen met een notitieblok en drie verschillende markeerstiften bij de hand: groen voor alle personen, geel voor de aanduidingen van tijd, roze voor de stijlbeschrijvingen.
En laat ik je vooral vertellen dat ik dit géén manier van lezen vind! 

Aanvankelijk leek het boek mij heel wat. Het eerste fragmentje dat ik las deed me direct denken aan Gabriel Garcia Marquez, vanaf de jaren 70 één van mijn favoriete schrijvers. Maar dat viel al snel tegen. Eerst lijkt het of Ricardo (dat is volgens mij zijn achternaam in het dagelijks gebruik, Pedro zou dan de achternaam van zijn moeder zijn. Maar voor hetzelfde geld heeft deze Portugees twee voornamen en is hij kind van een ongehuwde moeder, dan is Pedro weer zijn achternaam. Who knows? Ik houd het op Ricardo) heel gekunsteld Marquez probeert te imiteren. Vervolgens wisselt zijn stijl net zo snel als de onderwerpen van zijn hoofdstukken en de bijbehorende invalshoeken en vertelperspectieven. Korte staccatozinnetjes en boodschappenlijstachtige opsommingen wisselt hij af met hoofdstukken vol roccoccozinnen met krullerige tierelantijnen, om vervolgens weer een hoofdstuk te schrijven waarin ieder personage elke keer opnieuw met zijn volledige militaire rang en al zijn namen genoemd wordt. Of soms gebruikt Ricardo zinnen van een halve bladzijde of langer, enkele hoofdstukken verder weer letterlijk opnieuw. 
Ook lijkt elk hoofdstuk aanvankelijk nog eens los te staan van de rest, pas later worden de lijntjes zichtbaar. 

Het boek is voor mij chaos alom en ik heb zwaar de indruk dat dat ook de bedoeling van Ricardo is. Pas als je als lezer alle grip kwijt bent, krijg je heel voorzichtig gedoseerd weer af en toe stukjes houvast toegeworpen, net voldoende om niet ten onder te gaan in deze woordenzee. Pas helemaal aan het einde van het boek merkte ik dat een deel van de onduidelijkheid verdwenen is, maar tegelijk ook niet, want er zijn nog veel meer vragen voor teruggekomen. Maar achteraf gezien kun je door het hele boek kruisende lijntjes trekken, waarmee je een denkbeeldig net creëert dat het verhaal maar net-aan bij elkaar houdt. Want evenzovele personen en gebeurtenissen vallen door dit net heen, als losse anekdotische snippers die achteraf gezien helemaal los staan van het verhaal. 

Zelfs met schrijfmateriaal en kleurstiften blijft het een hele klus om dingen te duiden en te verbinden. Zo is er bijvoorbeeld het hoofdstuk 'De pianoleraar en de mysterieuze schilderes'. Inhoudelijk zit hier al heel veel in, maar daarmee zou ik misschien teveel van het verhaal prijsgeven. Ik haal dit hoofdstuk aan omdat hierin de tijd met de lezer lijkt te spotten. Het verhaal wordt verteld door iemand die zichzelf pas aan het einde van het hoofdstuk kenbaar maakt. Maar de tijdsaanduidingen die hij geeft zijn 1) kort na WO1, dan zonder merkbare overgang 2) kort voor WO2 en vervolgens gaat het verhaal naadloos over naar 3) de periode die al enkele hoofdstukken eerder omschreven werd met beschrijvingen van de EK-finale Nederland-Rusland in 1988 en de protesten op het Tiananmenplein in 1989. Dat wordt voor mij dan weer terugbladeren en zoeken: "Heb ik dat nou goed gelezen? Wanneer en waarom die tijdssprongen? O ja, nu heb ik het."
Mijn hemel, wat is dat vermoeiend lezen. Daar geniet ik niet van. Zo lees ik analytisch voor mijn werk, maar niet in een boek dat voor mijn plezier is bedoeld. Dit is niks voor mij.

Ach, ik kan er nog lang en breed over doorgaan, maar dat zou alleen meer over hetzelfde zijn. Dat deze João Ricardo Pedro een buitengewoon schrijver is waar we nog veel van gaan horen, staat voor mij vast. Maar of ik daar dan van mee wil genieten, durf ik nu nog niet te zeggen. 

Dit boek las ik in het kader van Een perfecte dag voor de Literatuur
Lees hier wat andere boekbloggers ervan vonden. 




NB
O ja, als iemand mij uit kan leggen waar de titel op slaat, hoor ik dat graag.

Aanvulling:
Fijn om te lezen: als de schrijver zelf niet eens weet waarom hij een titel gebruikt, of wat deze betekent, hoe kan een ander dat dan weten? 

Geen opmerkingen: